Realistische, zeer persoonlijke portretbeelden in brons


Beeld begrippen

Abstraheren

Misvormen door de beleving ervan. In figuratief werk is dat zichtbaar. Abstrahering van licht, kleur en vorm.


Allegorie

Symbolische voorstelling van een begrip, met verschillende symbolen. Bijvoorbeeld gerechtigheid als geblinddoekte vrouw met weegschaal en zwaard. Maar ook uitbeeldingen van de zonden van de mens.


Ambachtelijke vormgeving

Het vervaardigen van producten op handmatige wijze. Omdat elk ambachtelijke product afzonderlijk tot stand komt, is de productie tijdrovend en kostbaar. Bovendien is de productie vervaardiging van identieke producten bijna onmogelijk. Door het handwerk ontstaan altijd afwijkingen.


Ambachtelijke vormgeving

Het vervaardigen van producten op handmatige wijze. Omdat elk ambachtelijke product afzonderlijk tot stand komt, is de productie tijdrovend en kostbaar. Bovendien is de productie vervaardiging van identieke producten bijna onmogelijk. Door het handwerk ontstaan altijd afwijkingen.


Anatomie

De struktuur van planten, dieren en mensen. Bij figuurstudies wordt de anatomie van het menselijk lichaam bestudeerd. Het lichaam wordt daarbij in de juiste verhoudingen en plastisch weergegeven.


Attribuut

Voorwerpen die vast bij personen horen, en de functie van de persoon aangeven.


Assemblage    (samenvoeging, verzameling)

Vorm van kunst waarin allerlei voorwerpen los van hun eigenlijke betekenis worden samengevoegd.


Asymmetrisch

Veel organische vormen zijn asymmetrisch.


Basis-uitgangspunten voor de kunst

Vanuit een ander gezichtspunt bestaan twee hoofd stromingen van “beeldende kunst”. De kunst waarbij het zien centraal staat en kunst waarbij het denken centraal staat. Bij de kunst waarbij het visuele beeld centraal staat bestaat uit de driehoek tussen Expressionisme, Realisme, Constructivisme en omvat een zeer groot deel van de kunstgeschiedenis.

De kunst waarbij het denken centraal staat is de kunst die uitgaat van een conceptie, de Conceptionele kunst.

ledematen en hoofd. De romp bevat het merendeel van de organen.


Beeld

Het begrip beeld kan in verschillende betekenissen gebruikt worden:

1   Een voorstelling; datgene wat we ons kunnen voorstellen of voor de geest kunnen halen. In deze betekenis heeft “beeld” nog geen zichtbar vorm. (bijv. zich een beeld van iets vormen.)

2    Datgene wat de maker daadwerkelijk heeft verbeeld en wat een beeldend werk spreekt. In deze betekenis heeft “beeld” een zichtbare of tastbare vorm. De wijze waarop de beeldaspecten en het materiaal zijn gebruikt, vormen het beeld. (bijv. die TV heeft een duidelijk beeld.)

3    Het kan zowel een sculptuur, plastiek of een beeldhouwwerk zijn, ruimtelijk, drie dimensionaal, realistisch, figuratief of abstract. (Dat beeld is van marmer of van brons.)


Beeldanalyse

Een uitgewerkte beeldbeschouwing, waarbij volgens een bepaald schema te werk is gegaan. Vooral de toepassing van beeldende middelen wordt aan een onderzoek onderworpen


Beeldende middelen

Alle middelen die gebruikt worden bij het beeldend vormgeven zoals:

1  Materiaal en techniek. Alle grondstoffen die gebruikt worden tijdens het vormgeven, zoals: IJzer, Koper, klei, was, hout, weefsel, lijm, verf, papier-maché, piepschuim en pur. De materialen zijn plastisch of hard.

2  Beeldaspecten of Beeldende aspekten. De formele kenmerken van een beeld zijn: vorm, kompositie, vlak, punt, lijn, structuur, licht, ruimte en kleur etc.

De oppervlaktebehandeling laat een structuur achter en de kleuren wordt door verf zichtbaar.


Beeldende functie

Het uitsluitend gebruik van vorm en kleur, en andere beeldaspekten om iets te verbeelden.


Beeldend gebruiken

Het gebruiken van materiaal, vorm, kleur en andere beeldende middelen bij het maken van een beeld. Kunstenaars proberen de beeldende middelen tegenwoordig op een heel persoonlijke en oorspronkelijke manier te gebruiken.


Beeldinhoud

De betekenis en bedoeling die via het beeld worden meegedeeld. Bij sommige beelden probeert de maker zijn standpunt (mening) door middel van de beeldinhoud over te brengen.


Beeldbeschouwing, kunstbeschouwing

Het aandachtig bekijken van toegepaste vormgeving of beeldende kunst. Welk gebruik van beeldende middelen en plaatsing van het beeld in de omgeving, de ruimte waarin het geplaatst is. Betekenis, kwaliteit, bedoeling, stijl, functie, hanteerbaarheid en konstruktie van het objekt.


Beeldendekunst, beeldende vormgeving

Architectuur, schilder en beeldhouwkunst, textiele kunst, grafiek, fotokunst en filmkunst. Beeldende vormgeving heeft een beeldende functie. Door middel van vormgeving worden waarnemingen, ideeën of gevoelens verbeeld. De bedoeling van de kunstenaar is subjectief (persoonlijk), evenals de uitleg (standpunt van de kijker bij kunstbeschouwing.


Beeldrijm

Herhaling van vormen of delen van vormen binnen een beeld. Ze kunnen bijvoorbeeld in spiegeling of verkleind zijn herhaald en hoeven dus niet op precies dezelfde wijze terug komen.


Bewegingssuggestie

Uit een voorstelling spreekt beweging. De vormen bewegen niet, maar ze lijken te bewegen. De beweging wordt gesuggereerd door de herhaling en ordening in een richting. Schuine diagonale lijnen lijken


Binnenruimte

De ruimte die binnen in een vorm aanwezig is. De binnen ruimte kan zichtbaar zijn door openingen in de vorm. Zichtbare binnenruimte vergroot de ruimtelijkheid van vorm, de ruimtewerking.


Biscuitbakken

Het bakken van gedroogde kleiproducten bij een temperatuur van ongeveer 900 graden C.


Bladscharnier

Een scharnier dat in één richting kan bewegen.



Blik

IJzer dat voorzien is van een dun laagje tin. Daardoor wordt het ijzer beschermd tegen roesten (oxideren) en is het geschikt om te gebruiken bij solderen. (Gewoon ijzer laat zich niet solderen) Blik werd gebruikt voor vervaardiging van blikjes. Deze zijn tegenwoordig veelal van aluminium, dat minder zwaar is.


Blow-up    Opblazen,  

Een beeld vergroten, daarbij maakt men gebruik van de zogenaamde beeldende middelen, zoals een vergotings passer.


Canon   Kanoon is maatstok  

De ideale verhoudingen van het portret en menselijk lichaam. Griekse beeldhouwers stelden de eerste canons op. De canons veranderden in de loop der jaren, van gespierd naar minder gespierd.


Constructie

Met gebruik van geometrisch vormen. In de praktijk de konstruktie met hout, ijzeren staven, aluminium draad of koperdraad.


Contour

Een opvallende omtrek van een vorm.


Craquelé

Onvolkomenheid in de glazuurlaag door kleine haarscheurtjes. Deze zijn meestal het gevolg van ongelijkmatig krimpen van klei en glazuur na het bakken.


Design


Doorzichtig, transparant

Doorzichtige materialen hebben de eigenschap dat de konstruktie en alle zijden van de vorm en de omgeving zichtbaar blijven. Bij het gebruik van niet-transparante materialen zouden die voor een groot deel aan het oog onttrokken worden. Transparante materialen vergroten de openheid (ruimtewerking).

karakter.


Drukvorm, mal

De vorm waarin vervormbaar materiaal wordt gedrukt. Na het uitharden wordt het eindproduct uit de mal genomen (bakvormen).


Dynamisch

Bewegend. Schuin diagonaal geplaatste vormen en lijnen hebben een dynamisch


Enkelvoudige vorm, basis vorm, grondvorm

Het portret heeft een basisvorm van de lengte, breedte en hoogte. Dat is de kompositie grondvorm waardoor op afstand meteen de persoon te herkennen is.


Environment    (omgeving)

Een beeldend werk, op menselijke maat, waarin de beschouwer kan rondlopen.


Expressie (uitdrukking)

Datgene dat uitgedrukt wordt in een beeld. Het gaat daarbij om de verbeelding van een gevoel of emotie (bijv. blijdschap, woede afkeer) Expressief werk is vaak fel van kleur en sterk in beweging. De kleuren en beweging wijken af van de werkelijkheid. Vormen worden gedeformeerd om een specifiek karakter tot uitdrukking te brengen.


Expressieve vormen

Vormen met een duidelijk karakter. Ze doen beroep op een gevoelswaarde die de uitgesproken vormen hebben.


Extrusie

Uitdrijving uitpersing  vervaardiging van buizen, draden enz. waarbij plastisch materiaal onder hoge druk in verwarmde toestand uit een opening wordt geperst, extrusiepers.


Factuur

Oppervlaktestructuur die het gevolg is van een bewerking. De sporen van de bewerking die nog zichtbaar zijn in het oppervlak van het materiaal. Bijv. sporen van spatels of ander gereedschap.


Frame

Konstruktie die de struktuur van een vorm bepaalt en haar stevigheid geeft. Bij sommige vormen blijft de struktuur zichtbaar, terwijl ze bij andere vormen aan het oog onttrokken wordt. Het is een ruimtelijk lineaire sterke vorm. Het frame is soms ook bijna het eindproduct, zoals een kleerhanger, fiets of bij een paraplu.


Fijnbeeldhouwer

De fijnbeeldhouwer werkt op de zelfde manier als de fijnschilder.


Gedeformeerd

Vervormt, door verschuiving, verdraaiing, verkleining, vergroting,


Geometrisch

Meetkundige figuren, vierkant, driehoek, cirkel, rechthoek, etc. Ook kan het ruimtelijk zijn, kubus, bol, cilinder, etc.


Geschakelde vorm

Ritmisch aaneengesloten vormen


Gesloten (massief)

Beelden kunnen zwaar zijn, met veel massa en volumineuze vormen.



Gestileerde vorm

Vorm die ontstaan is door vereenvoudiging. Details zijn weggelaten.


Gevoelswaarde

De werking van vormen die onze gevoelens aanspreken. Aan vormen worden gevoelsmatige betekenissen gehecht. Bijvoorbeeld: hoekige scherpe of ronde, golvende zachte vormen.


Gieten

Een techniek waarbij vloeibaar materiaal (gietklei, glas, porselein, gips, boetseerwas, kunststof of metaal in een gietvorm, matrijs of mal wordt gegoten. Beton stort men in een bekisting. Daarin stolt het materiaal en krijgt het zijn definitieve vorm. Men kan halffabricaten of eindproducten gieten. Alleen eindproducten giet men in een mal.


Gietvorm, mal

De vorm waarin vloeibaar materiaal gegoten wordt en stolt. Een gietvorm heeft aan de binnenkant de tegengestelde (negatieve) vorm van het eindproduct. Een gietmal kan lossend of niet-lossend zijn.


Glazuur

Glasachtige afwerking die in een dunne laag op keramische producten is vastgebakken. Voordat de glazuurlaag wordt aangebracht (dompelen, spatten, spuiten) moeten de olieproducten eerst biscuit zijn gebakken. Glazuur dient ter verfraaiing, bescherming tegen vuil en afdichting van de poreuze scherf.


Guldensnede

De ideale verhoudingsmaat voor twee lijnstukken ten opzichte van elkaar.

De verhouding van het kortste tot het langste stuk is als het langste tot de andere beide stukken samen. De verhouding is ongeveer 1 : 1,62. In de Klassieke Oudheid  en Renaissance werd de gulden snede vaak gebruikt als maatverhouding.


Handschrift

Het persoonlijke karakter van het handschrift van de beeldhouwer. Hoe meer we het aandurven te variëren in formaat, vorm, materiaal, compositie, overdrijvingen en abstraheringen, des te meer kans hebben we tot een spontane, onbevangen waarneming te komen en plezier te vinden van het ontdekken en ontwikkelen van een eigen handschrift. 


Hardsolderen

Hardsolderen bij temperaturen tussen 600 – 1000 graden C. De soleerverbinding wordt gemaakt met hetzelfde materiaal, dat aan elkaar gesoldeerd wordt (bijv. Zilver). De verbinding is veel sterker dan zacht soldeerverbinding.


Happening, het moment  (gebeurtenis)

Een bepaald ogenblik dat kenmerkend is voor een handeling of gebeurtenis. Alle handelingen en gebeurtenissen verlopen in de tijd en verliezen hun karakter. De weergave van een beweging is moeilijk. Daarvan moet precies een karakteristiek moment worden afgebeeld. In de beeldhouwkunst kunnen alleen momenten via een impressie worden vastgelegd.

Een vorm van moderne kunst waarbij datgene wat gebeurt het kunstwerk is.


Holografie

Een sterke vorm van fotografische ruimtesuggestie waardoor heel plastische beelden ontstaan. Door de holografische afbeelding (hologram) te bewegen zie je het beeld vanuit een steeds wisselende hoek in alle spectrale kleuren


Iconoclasme

Beeldenstorm, de beeldenstrijd in het Byzantium in de 8ste en 9de eeuw.


Icoon

Beeld, gelijkenis, afbeelding.


Kapiteel   Latijn: capitellum = hoofdje

Het versierde bovenstuk van een zuil. Er zijn verschillende kapiteel vormen en combinaties van kapitelen.


Kinetisch  Beweging  

Echt bewegende objecten d.m.v. motoren of andere krachten.


Kogelscharnier

Een scharnier dat in alle richtingen kan bewegen.


Kontrasterende werking


Koper

Tamelijk zacht metaal. Het laat zich daarom goed vervormen (drijven). Koper wordt o.a. gebruikt voor gas, water- en elektriciteitsleidingen.


Konstruktie

Het construeren door vaak te lassen van een geraamte voor een beeld.


Kunststoffen, plastics


Kunstvezels


Lassen

Techniek om twee metalen van de zelfde soort blijvend met elkaar te verbinden. Op de plaats waar de twee delen zijn samen gevoegd, blijft een lasnaad zichtbaar. Er zijn verschillende lasmethodes o.a. autogeen (met gasvlam) en elektrisch lassen.   


Leerhard

Klei die zijn plastische vervormbaarheid min of meer verloren heeft, maar nog niet stofdroog is. Leerharde producten laten zich prima polijsten.


Licht en schaduw

Door de lichtval worden holtes, binnenruimtes en tussenruimtes extra benadrukt, de z.g. ruimte werking. Ze steken donker af tegen de delen waar direct licht op valt.


Lossende vorm

Een giet- of drukvorm waarui een gegoten eindproduct gemakkelijk los laat. Een gietvorm die het hele eindproduct omsluit, moet zijn opgebouwd uit lossende vormen. Deze sluiten nauwkeurig op elkaar aan. Een dergelijk gietvorm is meerdere malen te gebruiken. Een niet-lossende vorm gaat na het gieten verloren.


Lijnvoering, lijnsoort, afwisselende lijnvoering.

Het karakter van getekende lijnen. De lijnvoering kan dik, krachtig, nerveus, beverig strak zijn.


Lijnwerking

Het beeldend gevolg van het gebruik van lijnen. Langgerekt, breed, vertikaal, horizontaal, schuin, golvend.


Majolica

Versieringstechniek van glazuur. Op wit (tin)glazuur worden versieringen geschilderd. Daarna wordt het product opnieuw gebakken.


Model

Man, kind of vrouw die poseert. Via modelstudie oefent de kunstenaar om de goede verhoudingen van het gezicht en het menselijk lichaam te vergroten.


Monochroom      Grieks: chrooma = kleur

In één kleur, waarbij die kleur soms in verschillende schakeringen is gebruikt. In twintigste eeuw werden monochrome schilderijen gemaakt o.a. om de intensiteit van kleuren te onderzoeken.


Mythologie

De verhalen over goden, helden, het ontstaan van de aarde uit een ver verleden van een volk.


Object-trouvé  (gevonden voorwerp)

Allerlei gevonden zaken als kaartjes, blokken hout, afval worden in kunstwerken gebruikt, Dada, Surrealisten, Cobra, Popart.


Onregelmatig

Zonder orde.


Ontstaan

Er zijn twee uitgangspunten waarop beeldend werk kan zijn ontstaan.

1 Naar de aanschouwing van de natuur, naar de waarneming

2 Naar de verbeelding, fantasie en dit hoeft niet figuratief te zijnen en met de werkelijkheid overeen te komen.

Ook kan het een combinatie zijn, bijvoorbeeld een impressie of een willekeurige indruk geven.


Open

Beelden met een open doorzichtige struktuur, kan met veel binnenruimtes. Samengesteld of één geheel.


Organisch

Afgeleid van plantaardige, dierlijke of menselijke vormen. Het kunnen sierlijke of grillige vormen zijn en doet denken aan groei.


Ooghoogte

Portretbeelden en meeste schilderijen worden op ooghoogte van het publiek opgehangen, omdat men ze zo het beste kan bekijken. De ooghoogte van waaruit iets bekeken wordt, het standpunt, komt overeen met en de hoogte van het oog in het portret-beeld. Bij koppen wordt er meestel op neer gekeken. Bij schilderijen is dat vaak gelijk met de horizon in het schilderij..


Overlapping

Een gedeelte van het totale beeld gaat schuil achter een ander deel. Door een ander standpunt te kiezen verandert het beeld dat je ziet en zie je andere overlappingen.


Patin

De methode om bons te kleuren met behulp van branders en chemicaliën.


Performance

(voorstelling)    Een vorm van hedendaagse kunst waar de kunstenaar en dat wat hij doet, samen het kunstwerk vormen. Het speelt zich ook tussen het publiek af.


Plaatsing

De plaatsing in de omgeving heeft veel invloed op de ruimtelijkheid van een vorm. Een standbeeld waar hoog tegen opgekeken moet worden maakt een andere indruk dan hetzelfde standbeeld dat op ooghoogte is geplaatst.


Plasticiteit

De suggestie van ruimtelijkheid in het beeld. Plasticiteit wordt veroorzaakt door de plastische wijze van werken en door de eigen schaduw, op verdiepte plaatsen, slagschaduw en naar voren komende belichte plekken.


Plastisch

Ruimtelijk, Met een zekere suggestie van ruimtelijkheid in de voorstelling van voorwerpen en beelden.  De omsluitende vorm is de negatieve vorm.  Plastische materialen (klei, was gips) kunnen gemakkelijk worden vervormd. Alle materialen kunnen plastisch worden gemaakt door verhitting. Ze beginnen dan snel te smelten. In vloeibare toestand kan men ze gieten. Enkele materialen, zoals klei en gips. Kunnen door toevoeging van vloeistof vloeibaar worden gemaakt. Daarna zijn ze geschikt om te worden gebruikt bij giettechnieken.


Polijsten

Fijne wijze van slijpen of schuren glad en glanzend maken


Politoeren

Ouderwetse bewerking van hout om het af te werken. Het hout wordt daarbij ingeschuurd met lak. Doordat de poriën in het hout opgevuld worden met lak en stof, ontstaat een volkomen glad en glanzend oppervlak.


Polychroom    Grieks: chrooma = kleur

In verschillende kleuren. In de Middeleeuwen werden houten beelden gepolychromeerd om ze te verlevendigen. Polychromeren moest ook de bekleding met edele metalen vervangen. Het gebruik om beelden hun materiaalkleur te laten behouden stamt uit de renaissance.


Polyester


Poseren

Een gewilde of gezochte houding aannemen. Meestal gaat bij het poseren de spontaniteit verloren. In het verleden werden actiebeelden in het atelier van de kunstenaar gemaakt. Het maakt dan ook een toneelachtige indruk.

Bij het portretteren is belangrijk een geïnteresseerd en geanimeerd gesprek te hebben om een opgewekt en levendig gezicht te kunnen vervaardigen.


Positieve, negatieve vorm

De positieve vorm is de eigenlijke vorm die ontstaan is bij het vormgeven.


Profiel

Opvallende omtreklijn; balk, lat met een bepaald profiel; reliëfachtig oppervlak van bijvoorbeeld autobanden.


Profielstaal

Stalen balken inde vorm van een profiel. Staal is een taai materiaal dat geschikt is om grote druk en krachten op te vangen. Daarom wordt het gebruikt voor skeletbouw. En voor het vervaardigen van grote overkappingen zoals bruggen etc.


Prototype

Model dat vervaardigd is om later in serie te worden geproduceerd. Het prototype wordt ontworpen als test- of showmodel. Het dient bovendien voor onderzoek van de industriële productiemogelijkheden. Prototypes worden niet in serie maar als afzonderlijk model vervaardigd.


Reducerend stoken   

Een manier tijdens het bakken van klei, waarbij zuurstof aan de oven onttrokken wordt. De producten komen dan grijs tot zwart van kleur (dakpannen) uit de oven.


Regelmatig

Met een vaste orde


Restruimte, restvorm

De ruimte die vorm omringt. De restruimte is de negatieve vorm die het eigenlijke beeld omsluit. De contour of de omtreklijn is de scheiding tussen het beeld en de restruimte.


Richting

Meerdere vormen zijn gegroepeerd volgens een gestelde richting.


Ritme

Herhaling van gelijksoortige vormen, kleuren, lijnen enz. In de manier van herhalen zit een zekere afwisseling. Daarom is niet iedere herhaling ritmisch, Ritme kan zowel in vlakke als in ruimtelijke vormgeving voorkomen.


Ruimtelijk, driedimensionaal (dimensie is afmeting)

Alles wat ruimte inneemt hebben afmetingen in drie verschillende richtingen: lengte, breedte en hoogte. Het kan aan verschillende kanten bekeken worden.


Ruimtelijkheid

Iets dat echt ruimtelijk is, drie dimensionaal. Ruimtelijke vormgeving.


Ruimte-omschrijvend

Open. Doorzichtig, met veel binnenruimte. De ruimte die de vorm inneemt blijft toch zichtbaar, omdat dun of doorzichtig materiaal is gebruikt, de ruimtewerking. De kenmerkende contouren van de vorm staan als het ware in de ruimte getekend.


Ruimte-veroverend

In de ruimte stekend. Hetgeen de ruimtewerking vergroot. Vormen met veel uitsteeksels in allerlei richtingen hebben naar verhouding veel ruimte nodig. Tussen de uitstekende delen bevindt zich veel restruimte of tussenruimte.


Ruimtelijke vorm

Driedimensionale vorm. Een vorm wordt ruimtelijk genoemd omdat hij ruimte (volume) inneemt. Vanwege deze eigenschap kun je ruimtelijke vormen vanuit verschillende standpunten bekijken. Daardoor zijn steeds andere aanzichten van de vorm zichtbaar en levert het geheel een wisselend beeld op. De ruimte werking wordt in belangrijke mate bepaald door de gebruikte materialen (doorzichtig of massief), het formaat, de vormgeving en de plaats in de omgeving.


Ruimte werking, ruimtelijkheid

De wijze waarop een vorm als ruimtelijk overkomt. Het ruimtelijke karakter van een vorm wordt in belangrijk materiaal (doorzichtig of massief), volume, tussenruimte, binnen ruimte, uitsteeksels, licht en schaduw en de plaats in de omgeving (natuurlijk, onnatuurlijk, kontrasterend, hoog, laag enz.).


Samengestelde vorm

In samengestelde vormen zijn meestal meer basisvormen te herkennen mogelijk van verschillende oorsprong.


Schaal

Vaste verhoudingsmaat voor het vergroten of verkleinen van ruimtelijke vormen. Alle maten worden volgens dit getal vermenigvuldigd of gedeeld.


Scharnier, gewricht

Beweegbare verbindingen


Schematiseren

Alle vormen worden steeds in een overeenkomstig schema uitgebeeld.


Schets, studie

Een schets kan een tekening zijn, maar ook in klei of in was. De maker probeert hoe je het beste een beeldend probleem uit kan werken in een korte tijd.


Silhouet  (Schaduwvorm)

Een silhouet is een vlak beeld. Een silhouet kan ontstaan door fel tegenlicht. Omdat een silhouet vlak is, ontbreekt alle dieptewerking. Door de duidelijke contour om een silhouet is de vorm duidelijk herkenbaar


Sinteren

Proces tijdens het bakken van klei, waarbij sommige kleidelen smelten en de poriën


Sjabloon, mal

Vlakke, negatieve restvorm


Skelet

Het geraamte voor een beeld of gebouw dat sterkte geeft.


Solderen

Techniek om twee metalen delen van de zelfde soort blijvend met elkaar te vervinden. Daarbij brengt een derde metaal de verbinding tot stand met behulp van een vloeimiddel. Men onderscheidt hard- en zachtsolderen.


Spuitgieten

Onder invloed van ‘gegoten’ als werken met of vervaardigen met een spuitmachine.


Statisch

Niet bewegend. Rust. De horizontale en verticale ordening geven een statisch effect.


Stileren

Alle onderdelen van vele verschillende vormen worden in één en de zelfde vorm vereenvoudigd. Naar de eisen van de goede stijl opstellen of uitdrukken, in stijlvorm brengen, de vormen van het uitgebeelde aanpassen aan zekere (vereenvoudigde) grondvormen.  Een manier van vormgeven zodat het tot een bepaalde stijl gerekend kan worden.


Stroomlijn

Gestileerde vormgeving met doorlopende vloeiende lijnen.


Stofuitdrukking

De wijze waarop en mate waarin het kenmerkende uiterlijk van iedere stof kenbaar gemaakt wordt.


Synthetische rubbers 


Symbolische of verwijzende functie

De diepere betekenis die gehecht wordt aan het gebruik van sommige producten. De symbolische functie verwijst naar iets wat niet met de gebruiksfunktie samenhangt. Het merk heeft voor een aantal mensen een symbolische functie. Ze gebruiken het als statussymbool.


Symmetrisch

Spiegelbeeldig. Vormen waarvan twee helften geheel of gedeeltelijk spiegelbeeldig zijn. De gezichten van mensen zijn gewoonlijk spiegelbeeldig


Symbool   (Zinnebeeld)

Een teken dat een begrip voorstelt, een letter, cijfer kleur, voorwerp of afbeelding.


Terra cotta

Ongeglazuurd aardewerk met een roodbruine scherf.

van het te bakken product vullen. Tijdens het sinteren, verkleint het volume van het product.


Thema

Onderwerp: abstrakt, figuur, mensen en dieren, naakt of portret.


Thermoplasten (thermè = warmte)


Thermoharders


Tors, torso

De romp of torso is de benaming voor het lichaam van mens of dier zonder


Tussenruimte, restruimte

De ruimte die zich tussen uitstekende delen van de ruimtelijke vorm bevindt. Veel tussenruimte geeft een beeld een ruimtelijk karakter (tussenruimtewerking). Tussenruimte ontstaat als gevolg van de kompositie of ordening bijvoorbeeld door doorsnijding en verschuiving.


Vacuümvormen

Verwerkingmethode voor thermoplasten. Kunststof plaatmateriaal wordt daarbij verwarmd en in de gewenste vorm gezogen door de lucht uit de drukvorm weg te zuigen, het vacuüm zuigen.


Vanitas

IJdelheid, vergankelijkheid   Objecten kunnen ook tijdelijkheid benadrukken. En stilleven kan op beperkingen, en vergankelijkheid wijzen.


Verbeelden, beeldend vormgeven

Het zichtbaar maken van een indruk, gevoel of gedachte in een


Verkleining – vergroting

Een vorm van ruimtesuggestie, waarbij delen van de voorstelling die verder weg te lijken, kleiner zijn afgebeeld.


Versierde of decoratieve functie

Het gebruik van vorm, kleur en andere beeldaspekten om iets op te sieren. Zuiver funktionele vormen komen op veel mensen als koud en kaal over. De versiering geeft aan objekten een extra belevingsmogelijkheid. Bloemen op het behang en kleurdessins op kleding hebben een versierende functie


Vervormen, deformeren

Vervormingen door te vergroten, te verkleinen, te verdraaien, en te verschuiven ten opzichte van elkaar.


Verwerking van kunststof


Volume

De hoeveelheid ruimte die door een ruimtelijke vorm ingenomen wordt.


Vorm

De gestalte of gedaante van een beeld of objekt. Vormen bestaan uit materiaal. Kleuren, vlakken lijnen en andere beeldaspekten geven aan de vorm haar gestalte. Vormen kunnen enkelvoudig of samengesteld zijn. De vormaspecten bepalen het karakter van de vorm.


Vormaspect

De kenmerkende eigenschap van een groep vormen, zoals: ruimtelijk of vlak; geometrisch of organisch; gesloten of open; enkelvoudig of samengesteld; gestileerd; symmetrisch of onregelmatig; gedeformeerd; figuratief of abstrakt; hoekig, rond, enz.


Vormeenheid

De wijze waarop het gebruik van vormsoorten als geheel overkomt. Vormeenheid wordt bereikt door een evenwichtig gebruik van gelijksoortige vormen.


Vormcontrast

Gebruik van vormen met een tegengesteld karakter naast elkaar. Groot – klein; open – gesloten; geometrisch – organisch. De contrasten hebben het effect dat ze het karakter van beide vormsoorten versterken, nog duidelijker maken.


Vormdoorbrekend

De vorm is te doorbreken door nieuwe beelden toe te voegen waardoor het karakter van de oorspronkelijke vorm wordt aangetast.


Vormgeving

De zichtbare of tastbare vorm die een object door de vormgever heeft gekregen. Constructie, vorm, kleur en materiaal zijn belangrijke aspecten van de vormgeving. De vormgeving is van groot belang. Vormgeving is bepalend voor de levenswijze en cultuur. Alles wat is gemaakt –van kinderkrabbel tot computer- is vormgegeven. Men onderscheidt beeldende vormgeving en toegepaste vormgeving.


Vormprincipe, vormgevingsprincipe

De spelregels die toegepast worden bij het vormgeven.

Vormprincipes zijn bijvoorbeeld: stapelen, vlechten, en ritmisch ordenen van rechthoeken.


Vormsoort

Een groep met overeenkomstige kenmerken zoals: ruimtelijke of vlakke vormen; geometrische of organische vormen.


Vormversterkend

Gebruik van beeldende middelen op een manier die bevestigend werkt en het karakter van de oorspronkelijke vorm duidelijk versterkt.


Vormversterkende of vormdoorbrekende werking

Benadrukken of aantasten van vormen.


Spiegeling

Het gebruik van spiegelende materialen geeft een bijzondere ruimtewerking. Spiegels vergroten de ruimtelijkheid, doordat afsluitende vlakken niet aanwezig lijken, bijvoorbeeld spiegelwanden. Overvloedig gebruik van spiegels kan verwarring veroorzaken.


Standpunt

De plaats waaruit iets is bekeken en afgebeeld. Het standpunt bepaalt de hoogte van de horizon en welk aanzicht van vormen of voorwerpen zichtbaar is.


Textuur

De zichtbare en voelbare struktuur van de huid, het oppervlak van het materiaal, bijvoorbeeld harig, glad, ruw of korrelig. Tekstuur hoeft niet overeen te komen met struktuur.


Wapening

Niet zichtbare versterking van betrekkelijk breekbare materialen als polyester, gips en beton. Gewapende materialen kunnen grote spanningen en druk opvangen.


Zachtsolderen

Solderen bij temperaturen rond de 200 graden C. De verbinding wordt gemaakt met tinsoldeer. Deze sodeerverbinding is tamelijk bros. Ze is alleen sterk als de te solderen delen elkaar 1 cm overlappen. Zachtsolderen kan met een gasvlam, soldeerbout of pistool.