Realistische, zeer persoonlijke portretbeelden in brons


Bijzaken

Licht

Eén van de belangrijkste voorwaarden voor het portretboetseren is: zorg voor een goede lichtinval in het atelier. Voor een evenwichtig portretbeeld zal het een lichte werkplek moeten zijn. Want het te boetseren portret dient gelijkzijdig, zowel links als rechts belicht te worden. Dit lijkt, gezien de veel voorkomende voorbeelden, niet veel voor te komen want veel portretten, d.w.z. de meeste portretten rammelen eigenlijk allemaal. Ze zijn allemaal krom, wijken in detail sterk af.

Ga zo zitten dat het licht vanuit de je eigen rug gelijkzijdig op de klei valt. Dit voorkomt dat het portret scheef gaat worden.


Spiegel

Als we ons werkstuk via de spiegel bekijken, vallen ons opeens de afwijkende symmetrie en de scheve situaties op. Al kijkend in de spiegel kunnen we veranderingen aanbrengen, al valt dit niet mee! Dus als we via de spiegel naar het portret kijken en vervolgens via de spiegel verder boetseren, zien we de fouten die we maken veel beter. Werken met een losse spiegel heeft een aantal belangrijke voordelen waar we bij het portretboetseren gebruik van kunnen maken. In de eerste plaats het corrigeren van onze rechts- of linkshandigheid. Wie rechtshandig is, heeft waarschijnlijk de neiging langer en vaardiger aan de rechterzijde van het portret (dat wil zeggen de rechterzijde van het vlak dat je bij een bepaalde stand vóór je hebt) te werken, terwijl het linkerdeel verwaarloosd wordt en andersom. Dat geldt vooral als we recht voor het gezicht staan en we met een zekere symmetrie te maken hebben. Overigens: een gezicht is nooit helemaal symmetrisch!


Werkomgeving   

Zorg voor een ruime werkplek. Zowel voor het model als voor de maker(s) is het belangrijk te kunnen ‘ademen’. Je moet goed om het model heen kunnen lopen en op iedere gewenste afstand en ieder gewenst moment informatie kunnen aflezen.

Ideaal is een draaiplateau waarop het model kan plaatsnemen Wordt er met een naaktmodel gewerkt, zorg dan voor voldoende warmte en een extra kacheltje. Als er geen aparte kleedruimte aanwezig is, is een kamerscherm een goed alternatief.


Gereedschap       

Zet van tevoren alles klaar: een goede stabiele boetseerbok op de juiste werkhoogte, voldoende klei of boetseerwas en diverse gereedschappen; groot en klein mes, slaghout (kan zelf gemaakt worden!), snijdraad en boetseerhoutjes, Belangrijke instrumenten zijn natuurlijk vooral je eigen handen. De muis van de hand kan gebruikt worden om delen glad of in vorm te strijken.


Structuur

Meestel is de struktuur van materiaal aan het oppervlak zichtbaar.

De samenstelling, opbouw, samenhang, ordening in materiaal of een groter geheel.

Een struktuur is bijvoorbeeld: korrelig kruimelig, sponsachtig, vezelachtig, gelaagd, gestapeld, geschakeld, geweven, gearceerd. De struktuur kan echter zo fijn zijn, dat ze met het blote oog niet zichtbaar is. Ook door constructies ontstaan nieuwe structuren. Ook rasters, lijnen arceringen en vlekjes kunnen een struktuur vormen.


Foto’s    

Het is verstandig om de eerste werksessie te gebruiken om de benodigde foto’s te maken. Foto’s die bedoeld zijn voor ondersteuning van het maken van een portret kunnen het beste als volgt worden gemaakt. Kies een omgeving die voor een rustige achtergrond zorgt. Buiten is het beste licht, maar vaak een rommelige achtergrond, binnen kun je gemakkelijker zelf een rustige achtergrond creëren, maar is de belichting weer lastiger.

Er wordt een serie genomen van tenminste 8 tot 12 rond de geportretteerde. Maar een uitgebreide sessie met een film van 36 beelden is eigenlijk het beste. Dan is er de mogelijkheid om in gesprek met de persoon het liefst in een persoonlijke en natuurlijke ambiance een sfeer te scheppen die de persoonlijkheid laat zien en essentieel is voor het portret.

De voorwaarden per kunstenaar is zeer verschillend. De portretschilder neemt een foto van het model, de persoon. Hiermee kan hij een portret schilderen. Hier gaat het om de overdracht van een plat vlak naar een ander plat vlak. Wanneer het geschilderde portret af is komt het model eventueel ook nog om te poseren.

Voor een beeldhouwerportrettist in de praktijk is het een geheel andere kwestie. Foto’s zijn op zichzelf onvoldoende om het portret te maken. De diepten van de holtes in het gezicht zijn op foto’s niet waarneembaar. En dit is zeer kenmerkend voor het karakter en noodzakelijk voor het drie dimensionale portret. Gebruik foto’s  daarom altijd als ondersteuning, nooit als leidraad. Bij de portretbeeldhouwer zal het model een aantal sessies poseren.

Wat is nu het probleem? Na enige tijd zitten,  raakt het model in een meditatieve overpeinzing. Deze gezichtsuitdrukking komt niet overeen met het beeld dat men in het contact met de geportretteerde heeft.  Meestal kiest de portrettist een algemeen herkenbaar beeld. Daarbij kunnen foto’s een onmisbaar hulpmiddel zijn. Ook zal de portrettist om dat te bereiken voortdurend contact onderhouden.