Realistische, zeer persoonlijke portretbeelden in brons


Het portret-beeld

Plastiek   

Ruimtelijke beelden die door toevoegingen opgebouwd zijn uit kneedbare materialen zoals klei en was.


Sculptuur   

Vervaardigd door materiaal te verwijderen, weghakken en snijden uit starre materialen, bijvoorbeeld van een blok steen of hout.


Modelleren   

Vormgeven aan plastisch materiaal door dit te kneden, in te drukken, uit te rekken, te buigen, enz. Bij het modelleren wordt ook plaatselijk materiaal weggenomen en ergens anders weer toegevoegd. Ieder plastisch materiaal kent zijn eigen typische vormgevingsmogelijkheden en –problemen. Bij boetseren en modelleren worden spatels en mirettes gebruikt.


Boetseren

Het woord boetseren is afkomstig van het oud-Franse bocer (tegenwoordig bosseler); ‘boce’ is bult, oneffenheid, deuk of bluts. Ook het Nederlandse bootsen komt daar vandaan en heeft de betekenis van ‘het maken van een beeld in weke stof’ (klei, pijpaarde, was, enz.); in die zin betekent het ook ‘slaan’. ‘Nabootsen’ is daarvan afgeleid. Boetseren is kijkend onderzoeken, waarnemen met ogen, hart en handen. Daar is een onbevangen nieuwsgierigheid voor nodig en de bereidheid om het product als einddoel in eerste instantie even te vergeten. Niet het resultaatstaat voorop, maar het proces; het product zal zich vanzelf aandienen. Wie zich aan dat proces durft over te geven, zal ontdekken hoeveel plezier, inspiratie en creativiteit daardoor worden losgemaakt.


Kop

een kop of portretkop. Een kop of portretkop is geen Portretbeeld. Een kop is een persoonlijke vertolking van een kunstenaar van een onpersoonlijk model en het handschrift van de kunstenaar is overheersend. Meestal wordt een kop niet op hoofdhoogte maar als een plastiek geëxposeerd en heeft zijn wortels in het Modernisme.


Portret   

Het woord portret geldt zowel voor een platte ondergrond, 2-dimensionaal  als ook ruimtelijk, 3-dimensionaal. Een portret is een schilderij gemaakt door een portretschilder, een foto gemaakt door een fotograaf, of een gebeeldhouwde weergave van iemands hoofd.

Portretten zijn vaak eenvoudige afbeeldingen van het gezicht zonder veel creativiteit, zoals pasfoto's. De opzet is te tonen hoe de persoon eruit ziet, met soms artistiek inzicht in zijn of haar persoonlijkheid. Herkenbaarheid van het gezicht is het belangrijkst.


Gelaat

Het gelaat, ook gezicht of aangezicht genoemd, is de voorkant van het hoofd. Het gelaat is het voornaamste onderdeel van het lichaam waaraan men elkaar als individu kan herkennen. Daarnaast kan men gevoelens bij anderen aflezen aan bepaalde gelaatsuitdrukkingen. Iemands gelaatsuitdrukking vormt een belangrijke indicatie van zijn geestesgesteldheid en gemoedstoestand.

Tot het gelaat behoren:  voorhoofd ; wenkbrauwen; ogen; neus; mond, kin; wangen en oren.


Vrijstaand portret

Een drie–dimensionaal portret.


Portretbeeld

Via Fr. Portrait v. Lat.. portractum of protractum, c. portrahere = trekken, aan het licht brengen.

In de beeldende kunst en in de fotografie de afbeelding van personen, alleen of in groepsverband, (dubbelportret, groepsportret) waarbij het met name gaat om de weergave van gelaatstrekken gaat en eventueel gestalte. Het portret of portret-beeld beeldt altijd een individueel, herkenbaar individu persoonlijke karakter trekken uit. Het gaat om een persoonlijk karakter met trekken en details in het gezicht.

Portretbeelden worden op hoofdhoogte geplaatst en het kijkt je recht aan.

In de portretkunst zijn twee hoofdtendenties waar te nemen, afgezien van de erin weerspiegelende stijlopvattingen en culturele waarden (en afgezien van, bij oude buiten-Europese kunst, machisch-rituele functies):  

1, een streven naar gelijkenis, al dan idealistisch of psychologisch geïnterpreteerd;    

2, een accentuering van de functie of sociale positie van de geportretteerde(n). De laatstgenoemde is het oudst.


Als fijn-beeldhouwer creëert Roy Greve unieke fijn realistische, zeer persoonlijke portret-beelden. Een portretbeeld of portret is het resultaat van een ontdekkingstocht in het leven van de geportretteerde. De fascinatie voor het hoofd is als de zetel van de persoonlijkheid. Essentieel is om van de persoon, het wezen, het ware, namelijk het mysterieuze te onthullen. Om persoonlijke karaktertrekken met de details in het gezicht.

Haar wortels zijn te vinden bij de oude Romeinen en o.a. in de Gouden eeuw. De portretbeelden van Roy Greve zijn verwant met de ‘koppen’ zoals deze bij de oude Romeinen bestonden.


Standaard proporties

Standaard proporties van de portretkop: Het volgende schema is rond 1900 ontwikkeld.

Volgens het eenvoudige schema wordt de voorzijde van de kop in  3 ½ delen verdeeld.

1  Het eerste, onderste deel vormt de afstand tussen de kin en de onderrand van de neus.

Deze afstand kan ook weer in drieën verdeeld worden. De bovenlip, de onderlip, de kin.

2  Het tweede deel vormt de afstand tussen de onderrand van de neus en de wenkbrauwen.

Hiertussen zit de middellijn, die de kop in een bovenste en een onderste helft verdeelt.

Deze lijn raakt het bovenste ooglid.

3  Het derde deel vormt de afstand tussen de wenkbrauwen en de haarinplant: het voorhoofd (vrouwen echter hebben een wat lagere haarinplant, dus een korter voorhoofd)

3,5  Het laatste halve deel vormt het behaarde schedeldak; de eigen massa van het haar is niet meegerekend!

Tussen de binnenkant van de ooghoeken bestaat een afstand, gelijk aan de breedte van het oog. Ook het oog zelf laat zich ook in drie gelijke stukken delen: van ooghoek tot iris, de iris zelf en van de iris tot de andere ooghoek.


Aanzicht

Het hoofd van de geportretteerde kan vanuit verschillende gezichtshoeken worden voorgesteld afhankelijk van het standpunt van de kijker, aangeduid met de Franse termen: verschillende aanzichten: vooraanzicht, bovenaanzicht, onderaanzicht, zijaanzicht en achteraanzicht.

‘En face’     (Frans: face is gezicht) 

Bij een portret, en face, wordt het gezicht frontaal, recht van voren, afgebeeld

‘En profil’    (Frans ‘de profil’ is zijaangezicht)

Zijaanzicht. Een afbeelding van terzijde gezien, het zijaanzicht van het gelaat. Het profil van het gezicht is de lijn over het voorhoofd, neus, lippen en kin.

Het In het Nederlands vaak ‘en profiel’ genoemd, en dat is fout. Profiel is zijaanzicht, de omtrek m.n. van het menselijk gelaat, syn. zijaanzicht, silhouet (Van Dale).

‘Profil en trois-quarts’:

Of: à trois quarts; (voor drie-kwart). Wordt wel vertaald met ‘verloren profiel’, met twee ogen, één oor. ‘À trois quart’ is een portret dat voor driekwart is afgebeeld. Het hoofd van de geportretteerde kan vanuit verschillende gezichtshoeken worden voorgesteld, aangeduid met de Franse termen: en trois quarts of à trois quarts.

De mannelijke kop in verhouding aan de voorzijde:

De hoogte wordt in 11 gelijke afstanden verdeeld. Dat is van kruin tot kin.

De breedte wordt in dezelfde 8 gelijke afstanden verdeeld (van slaap tot slaap en met een halve afstand met de oren erbij. De buitenzijde van oor t/m oor is dus in totaal in 9 afstanden verdeeld.

Ook wordt de kop in een ‘schedelcirkel’ van 8 en een gelaatscirkel van 6 afstanden verdeeld. De breedte van de mond is 2 afstanden.

De driehoek van mondhoeken naar snijpunt middellijn op het voorhoofd en gelaatscirkel bepaalt in veel gevallen de breedte van de neus. De binnen ooghoeken loodrecht boven neusbreedte is gelijk aan de oogbreedte.

De mannelijke kop van opzij:

Hoogte en breedte is ook in 11 gelijke afstanden verdeeld. De neus past in de eerste verticale afstand, het voorhoofd, de mond en de kin in de tweede afstand, het oog in de derde, het oor tussen 6 en 7 ½, de hoogte van het oor tussen 3 en 5 ½ verticale afstand. Controleer het oor op de hoogte tussen mondhoek en bovenlid en let op, de wat schuine plaatsing van het oor.

De vrouwelijke kop aan de voorzijde:

Het verschil met de mannelijke kop is dat de vrouwelijke kop een kleinere schedelmaat heeft, (een ½ afstand lager). Hierdoor heeft het een korter voorhoofd met 1 ½ afstand en bij de man 3 afstanden. De schedel is in die verhouding iets breder met 8 afstanden. En van oor tot oor iets smaller door iets kleinere oren.

Met in het algemeen fijnere, meer afgeronde gelaatstrekken. Dit ontstaat vooral door minder zware gelaatsbeenderen zoals kaak- en jukbeenderen.

De vrouwelijke kop van opzij: Andere verschillen zijn, de kin meer achterwaarts, het voorhoofd meer voorwaarts en wat boller van vorm, kleinere oren. Iets lager en ook iets kortere schedel met een geringer achterhoofd. Het middelpunt van de schedelcirkel is een halve afstand, zowel lager als meer voorwaarts geplaatst.