Realistische, zeer persoonlijke portretbeelden in brons


Boetseermaterialen

Engobe         

Afwerking van een kleiproduct. Op de leerharde klei wordt een laagje gekleurde klei –de engobe- aangebracht. Vervolgens wordt het product gedroogd en gebakken. Door middel van Sgraffito kan een tekening in het gedroogde engobe worden gekrast. Daardoor wordt de onderliggende kleur weer zichtbaar.


Keramiek

Gebakken kleiproducten, die van binnen hol zijn (serviesgoed, aardewerk, porselein, toiletten). Ook dunwandige kleiproducten als tegels behoren tot keramiek. Keramische producten worden meestal vervaardigd door middel van gieten of draaien.


Porselein           

Harde, niet poreuze keramiek die gebakken is bij een temperatuur tussen 1300 en 1600 graden C. Porseleinen voorwerpen worden gegoten uit porseleinaarde. Ze zijn dunwandig en soms doorschijnend. Porselein werd voor het eerst in China gemaakt. Later ontdekte men in Europa de samenstelling van porselein. Het wordt op vele gebieden gebruikt: laboratoriumporselein, serviesgoed, vazen, toiletten en wastafels.


Klei            

Plastisch materiaal dat zich gemakkelijk laat vervormen. Klei wordt gewonnen uit rivierslib en wordt harder als het water eruit verdampt (leerhard). Na het drogen is de klei geschikt om te worden gebakken (ong. 700 graden C.). Klei verandert daarbij in steen. Enkele kleisoorten zijn: chamotte, pottenbakkersklei, draaiklei, gietklei, steengoedklei en porseleinklei. Met klei kan men boetseren, draaien en gieten.


Kleislib           

Klei die verder verdund is met water. Kleislib wordt gebruikt om losse onderdelen van klei tijdens het boetseren aan het geheel te bevestigen.


Gieten van keramiek    

Vervaardigen van keramiek, door gietklei of porseleinaarde in gipsen in gipsen gietvorm te gieten. De gietvorm is lossend. Om het eind product, dat leerhard opdroogt in de mal, niet te beschadigen. Gegoten keramiek is dunwandig.


Gips           

Materiaal dat in poedervorm verkrijgbaar is. Door het aan te maken met water, ontstaat een vloeibare massa om te gieten of een plastische massa om te modelleren. Aangemaakt gips wordt langzamerhand hard en kan dan niet meer zacht worden gemaakt. Gips is dus zowel in poedervorm als in harde toestand (platen, blokken) in de handel.


Modelleren met gips

Voor het modelleren met gips is een skelet of geraamte nodig, dat het geheel zijn stevigheid moet geven. Het geraamte wordt omgeven met een wapening. Daarop worden in gips gedrenkte lappen gelegd. Vervolgens kan een afwerklaag worden aangebracht.


Afgietsels in gips  

Gips is heel geschikt om een ruimtelijke afdruk van iets te maken (voetsporen). Sommige beeldende vormgevers maken afgietsels van menselijke lichamen door ze in gedeelten te “bekleden” met in gips gedrenkte lappen.


Boetseerwas       

Bijenwas, parafinewas of een andere synthetische was die gebruikt wordt om te boetseren. Witte, gele en zwarte was kan onderling vermengd worden om de juiste samenstelling te verkrijgen. Was is vervormbaar op handtemperatuur en is dan geschikt als boetseermateriaal. Vloeibaar gemaakte was wordt gebruikt bij het gieten van brons.


Papier-maché    

(Frans: gekauwd papier) is een materiaal op basis van papier met lijm.

Papier-maché wordt gemaakt door met een soort lijm (bijvoorbeeld stijfsel of behangersplaksel) papier (bijvoorbeeld krantenpapier) op een mal te plakken. Dit doet men meestal met enkele lagen en dan kan het drogen. Als het papier-maché gedroogd is, is het werkstuk klaar. Hierna kan men het eventueel nog navormen, bijvoorbeeld door te verven of erin te knippen.

Een mal kan een geraamte zijn dat van ijzerdraad gemaakt is of van gaas, dit vergt enig knutselwerk. Voor maskers wordt veelal een ballon gebruikt. De ballon wordt opgeblazen tot op gewenste grootte en hierop wordt het papier-maché geplakt. Dit kan over de gehele rondte gedaan worden of slechts over een deel. Als het papier-maché droog is, wordt de ballon lek geprikt en is het masker klaar.

Het voordeel van papier-maché is dat er gemakkelijk werkstukken met een grillige vorm van gemaakt kunnen worden. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt om decorstukken, maskers of ornamenten van te maken. Het is echter niet erg sterk. Het is ook geschikt als materiaal voor creatieve activiteiten. Het wordt tevens vaak in de modelbouw gebruikt als materiaal om landschap mee te maken.

Geschiedenis: Beroemd is het in de 19e eeuw in Shwerin en Ludwigslust in het Groothertogdom Mecklenburg-Schwerin vervaardigde papier-maché. Het interieur van het kasteel in Ludwigslust is voor een groot deel van papier-maché. Het geheime recept van dit zeer sterke en in heel Europa verkochte papier-maché is verloren gegaan. Daarvan werden complete plafonds vervaardigd.

Een plafond van papier-maché vindt men in Nederland op Paleis Soedijk en in de grote hal het Groningse hoofdstation in de stad Groningen.

In de Victoriaanse tijd werden ook meubels, met name tafels van papier-maché gemaakt. Louis Auzoux maakte anatomische modellen van papier-maché.


Mortel            

Bouwmateriaal dat bestaat uit ongebluste kalk of cement (bindmiddel0 en zand (vulstof). Het wordt met water aangemaakt tot een plastische massa. Deze verhardt na enige tijd tot steen. Mortel wordt ook toegepast als wandafwerking (pleisterwerk) en als bindmiddel in metselwerk


Stucwerk, stuc        

Pleisterlaag of afwerklaag, die bestaat uit een mengsel van water, gips, kalk en vislijm. Stucwerk werd vooral in de barok toegepast om wanden en plafonds te verfraaien met reliëfs.


Gips           

Wit, bros bouwmateriaal dat in verbinding met water uitgehard is. Het wordt gebruikt bij de bouw van wanden, gipsblokken, maar ook bij afwerking ervan gipsplaten, pleisterwerk en stucwerk.


Kunststoffen       

Niet natuurlijke bouwmaterialen die tegenwoordig vaak gebruikt worden ter vervanging van traditionele materialen. Polyurethaan (PU) is een belangrijke familie polymeren, die veel toepassingen kent, zo wordt het onder meer gebruikt als kunstmatig alternatief voor leder.

PU is een copolymeer dat bestaat uit twee segmenten: een hard segment, meestal een di-isocyanaat zoals MDI of TDI dat eindigt in twee (of meer) functionele -NCO-groepen een zacht segment dat eindigt in twee (of meer) -OH-groepen, bijvoorbeeld een polyol zoals PEO of PPO. De polyolen kunnen "op maat" gemaakt worden waarin het aantal -OH-groepen en de lengte van de ketens varieert. Het copolymeer ontstaat door de reactie van de isocyanaat en alcoholgroepen tot een urethaanbinding. Er ontstaat dan een lange keten met afwisselend een hard en een zacht segment. De harde segmenten op zich hebben de neiging te kristalliseren en een hard en bros materiaal te vormen. De zachte segmenten zouden los bekeken juist een zachte stroperige vloeistof geven. De innige combinatie van de twee in het copolymeer zorgt ervoor dat deze stof de beste eigenschappen van beide in zich verenigt. PU kan tegelijkertijd buigzaam en toch sterk en slijtvast zijn. Bovendien kan door de keuze van de lengte(verdeling) zowel zacht als hard (het aantal -NCO- of -OH-groepen per molecuul) de eigenschappen van het materiaal binnen ruime grenzen aangepast worden.

Er zijn een aantal onderverdelingen in de PU-familie aan te brengen:

Zachte schuimen. Functionaliteit meestal >2:2, lange segmenten. Er wordt een blaasmiddel toegevoegd aan de formulering waardoor er een schuim ontstaat met een open celstructuur. Gebruik: kussens, matrassen, de stoelbekleding waar de lezer mogelijk op zit.

Harde schuimen. Functionaliteit >2 : >2. Korte segmenten, met blaasmiddel. Er ontstaat een hard schuim met dichte cellen gevuld met een warmteïsolerend gasmengsel. Het wordt vooral toegepast in isolatie van gebouwen, koelkasten, als purschuim in spuitbussen en in atletiekpistes.