Een eeuw geleden woonde in ELP een bekende Drentse kunstschilder: Louis Albert Roessingh. Hij sprak het volk van Drenthe toe , in zijn eigen Drentse vormen en klanken, het dialect van Elp en omgeving. Hij kon duizenden harten raken.
Een kunstschilder en dichter was Roessingh, “wat verse maak. Verse, wat duistere harte kan raak.”
Zijn gedicht
Veuroetgaank Ja, krek ales weurt hier offerd: Brede wegen, heid’ en heerd, Stubben, wal en zaandvertoeving, ales weur verliekedeerd. Daolkies wordt, mien golden iempies, Hier het leste slaggien scheurd. Veur deen sangen hoed, mien Drenthe, Hebt deen kinder ’t geld dan beurd. Dwelend zuuk ik nog de ressies, Dee men over luut ver oes, En men speul, as paartie kinder, Stillijk met een diggelhoes……
Verklaringen: strubben: struiken, struweel — verliekedeerd: geslecht — daolkies: binnenkort — iempies: bijtjes — slaggiem: perceel heide — sangen hoed: paarse huid — paartie: sommige — diggelhoes: stellage om bonte scherven te pronk te zetten.