Portret boetseren

Technische aanpak en final touch,

Verschillende aspecten t.b.v. het moduleren van een portretkop.

 

1      Meten is weten

Welke maat heeft de portret-kop?  Amateurs meten een kop, maar dat eindigt voor een klassiek portret als een mislukking. Bij de modernistische kop wordt gemeten, maar dat is een wereld van verschil met het Klassieke portret. Het klassieke portret is een ander ‘metier’. De meeste beeldhouwers hebben op dit ‘metier’ geen kijk op, en te weinig ervaring.

Bezoekers die een tentoonstelling bezoeken meten niet. Zij zien het, en beleven van wat ze bekijken. Dat is ook de manier waarop de beeldhouwer met ervaring, gevoel en kennis werkt. Het uitgangspunt is het spontaan zien !

 

2       De Basis

De het geheel en de buitenzijde, de contour van de portretkop wordt eerst groots, spontaan en grof gemoduleerd, het gaat dan om de Hoogte, Breedte en Diepte. Gevoelsmatig voelt een bepaalde grootte van een portret als natuurlijk. Daarna worden details licht aan gegeven, alleen even aanstippen. De openingen, d.w.z. schets oppervlakkig de ogen en de mond, Controleer of het op de goede plek staat, verplaats het opnieuw. Heel losjes met de Franse slag. Verlies jezelf niet in details, blijf gericht op het overzien van het geheel. Staan de verhoudingen goed? Zet de proporties opnieuw op hun plek. Controleer voortdurend het geheel van de contour. Bij elke nieuwe aanpassing eerst opnieuw terug naar de totale contour. Beoordeel hoeveel haar op de schedel  t.o.v. het gezicht. De juiste proporties?

De contour bepaalt de herkenbaarheid. Dit Is essentieel voor het eindproduct.

 

3     Krimpscheuren

Het boetseren van een realistisch portret neemt veel tijd in beslag. Het kan zijn dat bij het aanbrengen van nieuwe klei die delen  vochtiger of droger zijn dan haar ondergrond. Bij het bakken in de oven kan het portret daardoor uit elkaar spatten. Want de vochtigheid of droge klei veroorzaakt het verschil in krimp in de oven. Het is te voorkomen door natte of droge delen na enige tijd opnieuw aan te drukken. In het algemeen mag de op te brengen klei niet droger zijn dan zijn ondergrond. Wanneer die vochtiger is kan je na enige tijd met extra aandrukken opnieuw een goede verbinding realiseren. 

 

4       Schedeldelen

Bij koppen ontbreekt voor 99% een stuk achterhoofd. Onderzoek welke de juiste verhouding is, van de gezichtsschedel en de hersenschedel. En hoe zijn slapen geproportioneerd , hoe groot is afstand van de slapen, dit is essentieel voor de herkenbaarheid van het portret. Hoe is de ‘mooie’ schedelvorm, hoe is de bovenzijde van het hoofd, te bol of te plat? De bovenhelft van de schedel is altijd exact en zeer eigen. De onderste helft van elke kop is flexibel en bewegelijk, dat verandert sterk met de leeftijd.

 

5      Gezichtskenmerken

De ogen en mond zijn de belangrijkste gezichtskenmerken van het gezicht. Schets de zintuigen oppervlakkig en schuif die punten daarna voorzichtig naar hun plek. Is onderlinge verdeling en de grootte goed? Hoe staat het met de diepte van de ogen? En wat is de grootte van de iris? Welke afstand is er van beide ogen en ook de afstand naar de slapen en de oren?

 

6       En-face & en-profil.

De voorzijde, het gezicht, vraagt de meeste tijd om te moduleren, dat is het moeilijkste. Daarna is de afstand van beide slapen binnen het geheel het belangrijkste. Verlies je niet in een detail als de neus want die verplaats je later nog. Het plaatsen van de massa’s gaan voordat je alle vele details uitwerkt. Welke rondingen zijn er t.o.v. de vele vlakken. Is er ook voldoende voorhoofd, hoe is de stand, de richting van het voorhoofd, komt het voorhoofd naar voren of staat het naar achteren? Hoe bruut of plat is de wenkbrauwboog? etc.. Deze informatie aan de buitenmaat is belangrijk voor de herkenbaarheid.

 

7       Harde feiten

Er bestaat een hard deel en er zijn bewegelijke delen. De onderste helft met de dikte van de haren blijven veranderlijk en bewegelijk. Het bovendeel van het hoofd is exact. Het boven-aangezicht is precies te moduleren en bepaalt sterk de kwaliteit van het resultaat. Rond de kaak en neus wijzigt de huid met wangen gedurende het leven sterk.

 

8       Verticale lijn

Trek een lange rechte lijn in het midden over het hele gezicht tot in de hals. Staat alles boven elkaar? Of is het portret ongelijk schuin gebouwd? Boetseer het eerst gelijkzijdig. Daarna pas de afwijkingen. Hoe zijn kleine natuurlijke verschillen in links en rechts?

 

9      Foto

Het is heel handig om een portretfoto van het model, naast ook een portretfoto van het geboetseerde portret te plaatsen, want verschillen zijn direct overduidelijk.

 

10       passer

onderlinge verhoudingen komen naar voren met de hulp van een passer. Welk afstand is er van de neusbrug naar beide ogen en naar de slapen. Dit is een essentieel onderdeel met harde contouren voor het portret.

Staan beide ogen even hoog, of staan beiden te hoog of te laag in de schedel? Of te dicht of te ver uit elkaar? Welke afstand is er van het oog naar de wenkbrauw? Hoe laag/hoog begint de basis van de neus gelijk aan of boven het oog? Moeten de oren naar boven, naar achteren of naar voren? De voorkant van de oren kan aan de voorzijde met een grote passer worden gelijk ingesteld.

 

11       Realisme of echtheid

En is ook onder de huid de onderliggende bottenstructuur te zien? Zijn er de verschillende soorten vormen, ontstaan door schedel-botten of door vocht en spieren echt waarneembaar?

In het portret zijn de vele verschillende huidstructuren interessant. De huid is op zich zelf zacht, Om dat zachte te benadrukken kan het mooi zijn op het laatst om met een natte (harde) spons of met een penseel of anderszins de huid te bewerken en dat doet soms wonderen.

 

12       Beleving

Wanneer is een portret af? Wanner is het klaar? Is er tijdsdruk? De tijdsdruk is meestal fnuikend !  Wanneer is het af? Moet het betreffende portret gewoon een keer klaarkomen? In deze snelle tijd is boetseren een eindeloze lang gedoe, wanner is het afgelopen? Er bestaat gewoonlijk geen begrip voor deze tak van kunst. Opdrachtgevers vinden doorgaans dat een portret goedkoper en sneller klaar moet zijn dan mogelijk is.

 

13      Meditatie

10 minuten in de vroege ochtend met je portret.

Alleen maar kijken en op mij in laten werken en niet boetseren. Welke sfeer zit in het portret, welke sfeer roept het op? Ik neem daar de tijd voor. Laat je fantasieën daarover opbloeien. Tijd is dan niet belangrijk.

Met welke emotie dan ook, kijk opnieuw in alle vroegte, kijk en ontdek telkens weer een totaal een nieuw facet. Dan komen nieuwe gezichtspunten naar voren. De uiteindelijke kwaliteit hangt van dit proces af.

 

14     Projecties

Kijkt het portret inspannend of boos? of verkrampt? Of met schrik in de ogen?

Een portret blijkt gewoonlijk de eigen gevoelens tijdens het boetseren uit te gaan drukken. Het is heel apart dat dat zomaar tot stand komt.

 

11     Emoties

Vanuit beide hoekpunten van de mond lopen drie spiertjes naar de jukbeenderen. Deze spiertjes geven uitdrukking aan positieve en negatieve gevoelens. Alle andere spieren zijn voor het bewegingsapparaat.

 

12     Ondersteboven

Bij de meeste boetseerders is het essentieel om het portret ook onderste boven te bekijken. Meestal komen onbedoelde verschillen aan het licht. Want de kracht in het zien is bij beiden ogen verschillend. Dat is goed te bewerken als je het portret achterover op een draaischijf legt. Draai het steeds om en bekijk het van alle kanten.

 

13     enkele seconden

Hoe kijken toevallige voorbijgangers er tegen aan? Welk gevoel wekt het portret op, vraag aan een toevallige buurman, aan iemand die er zelf geen kijk op heeft. Welk commentaar geven anderen? Is zeer leerzaam.

 

14     Kijken of voelen

Kijken of echt voelen vragen twee verschillende handelingen. Het is mogelijk exact de vormen te kopiëren. Maar geeft een verkeerde herkenning dan de bedoeling is. De mogelijkheid is om niet meer te kijken en alleen het gevoel erin te uitten. Met die tegenstelling ontstaat mogelijk een nieuwe ontdekking van een waarneming in andere samenhang. Een nieuwe combinatie van verschillende details in het gezicht.

 

15     Gevoelens

Welke emotie zit in het portret? Een musicus kent het bijzondere geheim. Dankzij een eindeloze training in techniek brengt een musicus de emotie, het karakter en de uitdrukking van de ziel van de componist prachtig over. Wiens ziel spreekt dan, is dat een eigen zielenheil die spreekt? Wordt dit portret wel een sprekend portret? Spreekt die ziel een andere eigen taal?

Mijn ervaring leert dat heel plotseling er een vonk van een bezielde werkelijkheid overspringt.

 

16     Ademhalen

Het advies is: rustig blijven ademhalen, want moduleren is aan het einde millimeteren. Hoe is de samenhang van de ogen met de mond? Hoe gaat het met de iris en de oogopslag?

Met al het ploeteren na afloop ben ik zelf meestal zeer tevreden omdat ik toch weer met doorgaan verder ben gekomen. ‘s morgens het eerste half uur is er goed zicht op. Vooraf had ik dit nieuwe echte resultaat niet voor mogelijk gehouden.

 

17     Laatste moment

De allerlaatste handelingen aan het portret springen direct in het oog bij de bezoeker. Na soms maandenlang moduleren, zijn de allerlaatste uiteindelijke handelingen en de uitstraling is, dat wat de bewonderaar aanschouwt.

Is het klaar? Maar een met extra dag verfijnen kan ineens toch wonderen doen.

 

18     Bewaren.

Hoe kan je een portret vochtig bewaren?  Met de hulp van een plantenspuit kan je het opnieuw bevochtigen. Graaf bovenin een kuiltje, vul dat met water, het water zakt omlaag door de klei heen. Neem een doorzichtige plastic zak en sluit het af. Met twee zakken over elkaar heen houd je een portretkop in een vochtige stabiele conditie.

 

19     Indruk

Een eerste indruk? Bij al de informatie gaat het hier om de eerste blik, en gevoelens, van liefde voor de persoon in kwestie. De uiteindelijke stand van het hoofd op de sokkel bepaalt vooral de emotionele uitdrukking.

 

20    Gereedschappen

Het geeft grote voldoening om je eigen gereedschappen te maken. Van 4 mm dik rond staal, kan je een dunne spatel smeden. Ook een oud keukenmes met handvat is een goed uitgangspunt om met een haakse slijper een spatel te slijpen. Dun staal van een oud plamuurmes geeft de mogelijkheid een eigen schraper voor op de huid te maken. Mooie vormen als een plectrum, maar ook grotere vormen zijn bijzonder plezierig als schraper op de huid. Een natte harde kwast is te gebruiken om de huid zacht te tamponneren. Met de achterkant van een theelepel kan je iedere io oneffenheid weg masseren. En met een stuk van een staalborstel kan je het haar componeren.